Orthomoleculair
De term ‘orthomoleculair’ komt steeds vaker voor. Maar wat betekent het nu eigenlijk? ‘Orthos’ betekent in het Grieks ‘juist, recht, gezond’. ‘Moleculair’ betekent ‘met betrekking tot de moleculen’. De definitie van orthomoleculaire geneeskunde is:
“De behandeling van een ziekte door de organen te voorzien van de optimale moleculaire omgeving, in het bijzonder de optimale concentraties van stoffen die normaal in het menselijk lichaam aanwezig zijn”.
Jarenlang werd gedacht dat de meeste aandoeningen erfelijk waren. Maar nu blijkt dat essentiële voedingstoffen hier een cruciale rol in spelen! In de orthomoleculaire geneeskunde gaan we ervan uit dat de meeste ziekten en klachten genezen (en voorkomen) kunnen worden! Dat doen wij door het lichaam de juiste hoeveelheden voedingsstoffen te geven.
Het grote verschil tussen reguliere “gezondheidsadviezen” en orthomoleculaire adviezen
“Laat voeding uw medicijn zijn en uw medicijn uw voeding”. Wist je dat dit de eed is die geneeskunde studenten aan het eind van hun studie afleggen aan Hypocrates? Hypocrates is de grondlegger van de Westerse geneeskunde. Maar na al die jaren is er bijzonder weinig van deze eed overgebleven. De hele opleiding geneeskunde (van minimaal 6 jaar), besteedt in totaal maar 60 uur aan voeding. Dit is in totaal 1,5 week. Ik vind dat verontrustend weinig… Zeker als je naar de spreekkamer van de huisarts kijkt. Minimaal de helft van de patiënten komt met klachten die gerelateerd zijn aan leefstijl: voeding, ontspanning, beweging en slaap.
Het grootste verschil is dat de reguliere geneeskunde medicatie geeft als snelle “oplossing” van het probleem. Orthomoleculaire adviezen gaan veel verder dan dat: waar komt de klacht vandaan (wat is de oorzaak), waarom heb je deze klacht? En, wat heeft het specifieke orgaan aan (voedings)stoffen nodig om optimaal te kunnen functioneren? Een orthomoleculair advies is dan ook nooit maar één advies, maar vaak een heel behandelplan. Dat bestaat uit een dieetadvies, leefstijladviezen en soms ook supplementen. Bij de huisarts loop je na 7 minuten naar buiten met een recept voor medicijnen. Bij The Food Hospital loop je na een uur pas naar buiten, met een op maat gemaakt gezondheidsplan.
Een voorbeeld van het voorkomen van een ziekte/klacht met orthomoleculaire voeding
Neem nu het krijgen van een hazenlip. Dit werd altijd gezien als “pech” of “waarschijnlijk erfelijk”. Pas sinds een aantal jaar geeft de gezondheidsraad het advies aan aanstaande moeders om foliumzuur te nemen. Foliumzuur verlaagt het risico op het krijgen van een baby met een open ruggetje of hazenlip met de helft! (Dit was al minstens 30 jaar bekend in de wetenschap voordat de gezondheidsraad dit advies naar buiten bracht!).
Het risico op misvormde baby’s kan zeer waarschijnlijk nog verder worden teruggebracht met extra vitamine B6, B12 en het mineraal zink. De eerste aanwijzingen wijzen sterk in deze richting. Maar de gezondheidsautoriteiten vinden het nog niet volledig wetenschappelijk bewezen.
Ik vraag me hierbij dan af of het ethisch wel verantwoord is nog langer te wachten tot de wetenschap zover is. Waarom deze kennis achterhouden? Het gaat immers om lichaamseigen voedingstoffen die de aanstaande moeder nodig heeft om een gezonde baby ter wereld te brengen. Het gaat niet om medicijnen met lichaamsvreemde stoffen met allerlei vervelende bijwerkingen.
Een voorbeeld van het genezen van een ziekte/aandoening met orthomoleculaire voeding
Een ander mooi voorbeeld is de behandeling van de Canadese psychiater dr. Abram Hoffer. Hij gaf zijn schizofrene patiënten een hogere dosis vitamine B3. Omdat zij dezelfde symptomen hadden als personen met de klassieke vitamine B3-gebreksziekte pellagra. Aan pellagra zijn in de eerste helft van de vorige eeuw duizenden mensen gestorven. Deze ziekte gaat gepaard met de zogeheten drie d’s: dermatitis (huidaandoening), diarree en dementie.
Hoffer wist dat de meeste gevallen van pellagra sinds 1942 waren genezen, toen men was gestart met het verrijken van meel met vitamine B3. Hij hield er rekening mee dat er mogelijk patiënten waren die een hogere dosis nodig hadden om van hun symptomen af te komen. (Door genetische onvolkomenheid heeft iedereen een andere dosis nodig.) Daarom gaf hij zijn schizofreniepatiënten die de drie pellagrasymptomen hadden, een hogere dosis B3 tot wel 4000 mg. En hij had succes. Door goede voeding maar vooral met deze hoge dosis vitamine B3 herstelden zijn patiënten!
Andere korte voorbeelden van herstel met orthomoleculaire voeding
Andere korte voorbeelden zijn
- antioxidanten die rimpelvorming tegengaan
- kloofjes in de lippen verdwijnen als sneeuw voor de zon na extra vitamine B2
- sporters die voedingssupplementen gebruiken om de kans op blessures te verkleinen en het herstel na een zware inspanning te versnellen.
Het mooie (of beter gezegd bizarre) is dat het Voedingscentrum (door de overheid gesubsidieerde instituut) vindt dat als je goed en gevarieerd eet, de meeste Nederlanders geen extra vitamines en mineralen nodig hebben. Hiermee bedoelen zij de Schijf van Vijf. En nu komt de grap:
Slechts 1,8% van de bevolking eet volgens deze richtlijnen (dus 98,2% niet)! En dan komt er ook nog eens bij dat uit een rapport van ditzelfde Voedingscentrum blijkt dat als wij ons strikt houden aan hun richtlijnen, we alsnog een tekort oplopen aan zes belangrijke voedingsstoffen; vitamine A, selenium, zink, ijzer en vitamine D!
Vitamine D, nog zo een mooi voorbeeld. In 2009 publiceerde het Journal of the American Geriatric Society een artikel over 65-plussers met een lage vitamine D-bloedspiegel. Zij blijken tweemaal zoveel kans te hebben om in een periode van zeven jaar te overlijden, vergeleken met ouderen met veel vitamine D in hun bloed!
Goed, ik dwaal af. De orthomoleculaire geneeskunde voorkomt en behandelt ziekte door organen te voorzien van de optimale moleculaire omgeving. Deze kan echter per persoon verschillen. Dit hebben we geleerd uit het voorbeeld van de schizofreniepatiënten. Want blijkbaar heeft het overgrote deel van de bevolking aan een dagelijkse dosis van zo’n 18 mg vitamine B3 (de officieel aanbevolen dagelijkse hoeveelheid; ADH) genoeg en heeft geen last van de drie d’s. Terwijl een andere groep mensen een veel hogere dosis nodig heeft om van hun symptomen af te komen.

Epigenetica
Ook op niveau van de genen, ons erfelijke materiaal, zijn de huidige leefomstandigheden – ongezonde voeding, voedingstekorten, te weinig beweging, te veel stress – van invloed.
Epigenetica: ‘Epi’ is ‘de omgeving’, oftewel, de omgeving van de genen.
Recent zijn er zeer interessante inzichten over genetisch materiaal: de genexpressie. Genexpressie betekent dat slechts een klein deel van de genen actief is. Dit kleine deel zorgt voor het dagelijks verloop van stofwisselingsprocessen. Door leefomstandigheden kan de ‘epi’ ongezond worden en dit heeft invloed op de genexpressie. Genen die actief horen te zijn kunnen inactief worden en genen die niet actief horen te zijn worden actief.
Genen kennen we al lang, maar de expressie van genen is iets waar we de laatste jaren meer over te weten zijn gekomen. En juist op deze expressie hebben voeding en voedingstekorten een grote invloed.
Factoren als troostvoeding (gluten, caseïne uit zuivel, E621, suiker), stress, voedingstekorten, gebrek aan beweging, geneesmiddelen, alcohol, cannabis, geweldadige computerspelletjes hebben een negatieve invloed op de genexpressie. Hierdoor ontstaan problemen met het beloningssysteem, het stresssysteem en het energiesysteem.
Een orthomoleculair epigenetisch therapeut behandelt klachten op zowel orthomoleculair als op epigenetisch niveau. Benieuwd naar meer informatie over de genen en de klachten die hierbij komen kijken? Bekijk dan de video’s hieronder!
Lees hier om te zien welke klachten en ziektebeelden The Food Hospital behandelt.